Ga naar de inhoud

Campbelli Dwerghamster

Grootte: 10 – 12 cm
Gewicht: 40 – 60 gram
Levensduur: 1,5 – 2 jaar
Aantal chromosomen: 28
Draagtijd: 17 – 21 dagen
Geslachtsrijp: vanaf 4 weken

Huisvesting voor Cambelli Dwerghamster

Uiterlijk

Klik hier voor de Engelse standaard met puntverdeling voor shows.

Bouw

Het lichaam van de campbelli is breed en loopt in een acht. De campbelli heeft brede schouders en brede heupen. Daar tussenin zijn ze smal.

Aalstreep

De aalstreep is een dunne streep die vanaf de hoofd over de rug naar de kont loopt.

Hoofd

Het hoofd is in verhouding tot het lichaam en het heeft een brede schedel, kort gezicht en een stompe neus. De ogen en oren staan uit elkaar. De oren staan bijna altijd recht overeind en er zit geen knik in.

Poten en staart

De poten en staart zijn nauwelijks zichtbaar doordat de vacht er overheen valt.

Grootte

Een volwassen campbelli hamster is gemiddeld 10 tot 12 centimeter lang en weegt tussen de 40 en 60 gram.

Beharing

De vacht is zacht, kort en zeer dicht. Het geeft een wollige indruk. Dit geldt ook voor de zolen van de voeten. De binnenkant van de oren zijn een beetje harig.

Driebooglijn

Aan de zijkant heeft de campbelli een hele duidelijke driebooglijn. Dat wil zeggen dat er drie bogen over de zijkant lopen die heel duidelijk afgezet zijn met een lijn. Bij veel kleuren heeft deze lijn een gelige gloed naar beneden.

Gedrag

Activiteit

Hamsters zijn nachtdieren. Dat zijn dus ook de campbelli dwerghamsters. ’s Avonds en ’s nachts zullen ze dus het meest actief zijn. Een campbelli past wel heel makkelijk zijn dag/nacht-ritme aan. Je kunt ze dus wel aanleren om overdag meer wakker te zijn. Omdat campbelli’s over veel energie beschikken, gaan ze overdag ook wel eens spelen als ze eigenlijk alleen even wakker werden om wat te drinken.

Tamme huisdieren

De campbelli staat er om bekend dat hij agressief zou zijn. Dit vooroordeel is ontstaan doordat de campbelli territoriaal gedrag vertoont en dit wordt verward met agressiviteit. Daar hebben ze de bijnaam pitbull ook aan te danken. Als ze echter van een goede fokker afkomen, hoeft het helemaal niet zo te zijn dat ze territoriaal zijn. Als fokker kun je selecteren op gedrag. Ze zijn dan gewoon goed te hanteren. Campbelli’s zijn wel erg gevoelig voor geuren. Als je handen wat naar eten ruiken, dan beginnen ze er vaak aan te snuffelen en te knabbelen. Dit doet echter geen pijn, maar kietelt eerder.

Knabbelen

Campbelli’s “knabbelen”.  Ze doen het om hun omgeving te verkennen. Zodra mijn hamster denkt “oh, jou ken ik”, springt hij op mijn hand en is het knabbelen over. Knabbelen doet helemaal geen pijn, het kietelt eerder. Je moet wel uitkijken dat je niet schrikt en weg trekt, want daardoor kunnen ze doorbijten of gemeen worden. Zij schrikken namelijk nog 10x zo hard van jou als je weg trekt. De meesten leren dit af als ze ouder worden, maar sommige campbelli’s blijven dit doen.

Verschil tussen mannetjes en vrouwtjes

Vrouwtjes hebben meer pit en zijn vaak territorialer. Dat zie je bij goede fokkers alleen terug wanneer het vrouwtje een nest heeft/heeft gehad. Vaak verdwijnt dit territoriale gedrag dan weer wanneer de jongen een tijdje weg zijn. Mannetjes zijn meer sulletjes en wat “luier” aangelegd. Het is dus maar net wat je leuk vindt. Als een vrouwtje geen nest krijgt, dan zul je niets merken van het territoriale gedrag en heb je gewoon een lief, actief en energiek vrouwtje. Mannetjes zijn ook vaak wat minder energiek en houden meer van het relaxte leven.

Klimmers of gravers

De meeste campbelli’s houden van graven. Een dichte kooi is daarom het fijnste. In die kooien kan flink wat bodembedekking, zonder dat je elke dag heel de vloer onder het zaagsel hebt liggen. Sommige campbelli’s kunnen ook klimmers zijn. Als je een koppel/groep hebt met zowel gravers als klimmers, kun je dit opvangen door veel klimspeeltjes in de dichte duna te zetten.

Groepsleven

Campbelli’s zijn, in tegenstelling tot andere hamstersoorten, groepsdieren en kunnen dus met meerdere samen leven. Als je nog maar weinig ervaring hebt, is het echter aan te raden om het te houden bij maximaal 2 of 3 campbelli’s samen. Dit gaat heel goed en er ontstaan eigenlijk nooit ruzies. Grotere groepen zitten ook gecompliceerder in elkaar. Er is sprake van een rangorde in de groep en bij grotere groepen kan dit sneller wisselen wanneer ze ouder worden of sommige ziek worden. Dan moet je toch al wat ervaring hebben om daar goed mee om te kunnen gaan. Bij het kopje groepsleven, vind je hier nog meer informatie over.

Campbelli’s in de peuterpubertijd

Als de kleintjes een paar weken oud zijn, gaan ze aan het puberen. Ze willen met alles spelen waar de ander ook mee speelt en kunnen elkaar lekker klieren. Gelukkig is het op deze leeftijd allemaal nog heel onschuldig en doen ze elkaar geen pijn.

Geschiedenis

Ontdekking

De campbelli dwerghamster is ontdekt en vernoemd naar de heer C.W. Campbell. In het Engels heet de campbelli dan ook campbell. Ergens is deze naam in Nederland vervormt naar campbelli. In 1905 is de campbelli dwerghamster voor het eerst beschreven door dhr. Thomas.

Latijnse naam

Men dacht toen dat het ging om een ondersoort van de Russische dwerghamster en de campbelli kreeg de Latijnse naam Phodopus sungorus campbelli. (De Latijnse naam van de Russchische dwerhamster is Phodopus sungorus sungorus.) Het tweede woord van de naam staat voor de soort en het derde woord voor de ondersoort.

Er werd al jarenlang onderzoek gedaan naar de verschillen tussen de rus en de campbelli. In 1967 zijn er onderzoeken gedaan naar de genetische verschillen en daaruit bleek dat er grote verschillen waren in de chromosomen. Het mannelijke Y-chromosoom is anders van vorm en zit net op een andere positie. Ook het vrouwelijke X-chromosoom is anders. Men ontdekte dat de campbelli twee X-chormosomen heeft. Vanaf 1982 werd de campbelli dan ook niet meer als ondersoort gezien door verschillende wetenschappers en in 1984 werd zijn Latijnse naam gewijzigd in Phodopus campbelli. De Russische dwerghamster heet sindsdien Phodopus sungorus. Dit wijst dus op twee verschillende soorten.

Campbelli als huisdier

In Engeland waren de campbelli’s al vanaf 1963 in een dierentuin te zien. Vanaf het begin van de jaren ’70 werden ze steeds meer bekend als huisdier en werd er ook mee gefokt. In Amerika, het land waar de campbelli nu het meest bekend is als huisdier, werd de campbelli in het begin van de jaren ’80 geïntroduceerd.

In Nederland zijn de eerste campbelli’s in 1983 verschenen. Floor van Hoek haalde ze via West-Duitsland naar Nederland. Door de metalen oorkenmerken die ze droegen wordt er vermoed dat ze uit een wetenschappelijk instituut komen. In 1984 haalt Sandy Kleerekoper een aantal campbelli’s vanuit Engeland naar Nederland. Sindsdien wordt de campbelli in Nederland ook gezien als huisdier, maar nog niet veel als huisdier gehouden.

Natuurlijke leefomgeving

Campbelli’s leven in het wild in Azië.

De Altai is een gebergte in het grensgebied van vier landen; Rusland, Kazakhstan, Mongolië en China. Het is een hele zuivere en schone plaats waar eekhoorn, marmotten en andere kleine knaagdieren onverstoord leven.

Tuva is een autonome republiek van Rusland. Het is een dunbevolkt gebied ten noorden van Mongolië waar ze bekend staan om het fokken van rendieren en kamelen. De republiek kent een extreem landklimaat, omdat het zo ver van zee af ligt.

Noord-Mongolië kent prachtige berggebieden, uitgestrekte graslanden en vlaktes. Het staat bekend om het Khovsgol meer wat iets kleiner is als het bekende Baikal meer in Rusland.

In Noord-China zijn veel woestijngebieden. Het gebied kent weinig niveauverschillen in tegenstelling met de bovengenoemde gebieden.

Groepsleven

Een leven lang samen

Vanuit andere hamstery’s is de ervaring dat sociale campbelli’s uitstekend hun hele leven lang in een koppel of in een groep kunnen leven. Het grootste dilemma bij campbelli’s is dat de rangorde bepaald moet worden. Wanneer je dus twee hele dominante mannen in één groep hebt, is de kans op slagen een stuk kleiner. Maar wanneer een koppel of groep eenmaal goed functioneert, kan dit hun hele leven lang goed blijven gaan. Een koppel is makkelijker te houden dan een groep. De rangorde wordt namelijk elke keer wanneer er een hamster ziek of zwakker wordt, opnieuw bepaald. In een koppel is dat makkelijk te bepalen. De sterkste campbelli is dominant en de ander onderschikt zichzelf daar dan ook makkelijk aan. In een groep kan dit meer problemen opleveren, omdat er vaker zieke of zwakkere hamsters in een groep kunnen zijn, waardoor de rangorde vaker verstoord wordt. Bij het opnieuw toekennen van een rangorde, zijn er dus ook meer campbelli’s bij betrokken die het met elkaar eens moeten worden. Mijn eigen ervaring leert dat een koppeltje van twee vrijwel altijd een leven lang goed gaat. Ik heb ook al verschillende keren groepjes van drie meegemaakt. De ene keer gaat dat goed, de andere keer niet. Grotere groepen heb ik zelf nog nooit gehouden.

Noodzaak of vriendschap?

Campbelli’s hebben er baat bij om samen te leven en het is dan ook absoluut niet uit noodzaak. Dit merk je doordat een koppeling vaak heel makkelijk gaat. Ze zijn blij met het gezelschap wat ze krijgen. Dit wordt een ander verhaal wanneer je twee campbelli’s koppelt die al geruime tijd alleen wonen. Dan zijn ze het alleen wonen gewend en tolereren ze vaak niemand in hun territorium. (Ook neutraal gebied veranderd hier dan niets aan.) Verder zie je dat ze het leuk vinden om dingen samen te doen. Ze zoeken echt het contact op. Een koppel slaapt vaak samen, ze rennen graag samen in hun radje en delen het eten met elkaar. Ze zijn vaak erg tolerant naar elkaar toe. Ook merk je veel gedragsverandering wanneer een campbelli geruime tijd samen heeft geleefd en ineens alleen komt te zitten. Ze eten dan slechter, zijn minder actief en reageren ook heel anders op mensen.

Het verschil tussen ruzie en onenigheid

De makkelijkste manier om dit uit te leggen, is door het te vergelijken met jezelf; de mens. Wanneer twee mensen in hetzelfde huis wonen, is het ook niet altijd rozengeur en maneschijn. Als jij je favourite soap wilt zien en je zus/broer wil liever een documentaire kijken, dan kun je daar over kibbelen. Bij campbelli’s is dit hetzelfde. Soms kunnen ze allebei hetzelfde willen, maar op dat moment allebei niet toe willen geven. Dan kunnen ze wat naar elkaar piepen en elkaar een keer aan de kant duwen. Er is dan nog helemaal niets aan de hand en dit is ook geen reden om je koppel uit elkaar te halen. Je kunt verschil herkennen in een onschuldig/aanstellerig piepje en het piepen vanuit pijn of angst. Soms zie je de een op z’n rug liggen met de ander er bovenop en piept de onderste wat. Dit is volkomen onschuldig en enkel bedoeld om de rangorde te bepalen. De onderste geeft zich over door op zijn/haar rug te gaan liggen. Dat laatste piepen herken je doordat het vele malen harder klinkt en het is een erg doordringend geluid. Een gevecht kun je herkennen doordat ze door de kooi heen over elkaar heen rollen en elkaar echt opzettelijk pijn gaan doen. Ze houden dan niet snel op en je zult wondjes ontdekken. Wanneer je zo’n gevecht herkent, is het beter om de twee uit elkaar te halen.

Diabetes bij Campbelli Dwerghamster

De aanleg voor diabetes kan worden overgenomen, maar niet de ziekte zelf. De nakomelingen van ouders/grootouders met diabetes hoeven dus niet direct diabetes te hebben, maar ze hebben er dan wel altijd aanleg voor.

Diabetes komt bij vrouwen vaker voor dan bij mannen. Vrouwen sterven ook eerder aan diabetes dan mannen. Vaak zijn de dieren vlak voordat ze sterven in een comateuze toestand. De gifstoffen worden niet gefilterd, waardoor de hersenen worden uitgeschakeld door de toxinen in de hersenen. Een dier in comateuze toestand zal vaak binnen een paar uur overlijden en een dierenarts kan hier dan ook niets meer aan doen. Je kunt dan enkel het dier in laten slapen om het uit het lijden te verlossen.

Signalen van diabetes:

  • Hyperactiviteit / constant wakker
  • Meer drinken
  • Extreem veel jeuk
  • De urine ruikt zoet
  • Ook blaasontsteking of nierziekte (alvleesklier?) gaan mogelijk gepaard met diabetes.
  Als je denkt dat je campbelli diabetes heeft, dan kun je hem het beste een paar keer op verschillende tijden in de nacht testen op glucose. Teststrips daarvoor kun je bij een apotheek halen. (Bijv. Clinistix of diastix.) Zet de hamster voor maximaal 30 minuten in een lege en schone vervoersbak. Als de hamster dan nog niet heeft geplast, kun je het beter stoppen en een andere keer opnieuw proberen. Door spanning en stress scheidt het lichaam namelijk hormonen af die nadelige gevolgen hebben voor de test. Als de hamster geplast heeft, haal je daar de teststrip door en volg je verder de aanwijzingen op de verpakking.

Behandelmogelijkheden:

  • Behandeling met pancrease pillen.
    Pancrease vult het tekort aan alvleesklier-enzymen aan, zodat de spijsvertering in de darm wordt hersteld.
  • Behandeling met syzygium jambolanum pillen.
    Syzogium jambolanum is een homeopathisch middel die de bloedsuikerspiegel verhoogt.
  • Het aanpassen van een dieet.
    Een dieet kan op elk moment gestart worden en is het belangrijkste bij het behandelen van diabetes.

Dieet:

  • Enkele zaadjes fenegriek en boekweit per dag. Als de hamster het als een snoepje eet, is dat het prettigste, want dan weet je zeker dat hij het binnen krijgt. Anders kun je het door zijn voer mengen. Deze zaadjes boost de insuline receptoren met 25%, wat ondersteunend werkt bij diabetes. Dit heeft even zijn tijd nodig om te gaan werken. Aan de hoeveelheid water die de hamster drinkt merk je of het aanslaat en of je de juiste dosis gebruikt. In principe zou de drinkhoeveelheid hiermee terug te brengen zijn naar een 5 ml per dag. (Van deze zaadjes kan je hamster een andere geur krijgen.)
  • Geen fruit, maar alleen groene/witte groenten. (Bijv. broccoli, komkommer, groene paprika, courgette, sla en spruitjes.
  • Zeer geschikt is taugé.
  • Uit het hoofdvoedsel moet je de volgende dingen eruit halen: Erwtenvlokken, maïs, johannesbrood, rode bieten en wortelvlokken. Dit zijn slechte koolhydraten.
  • Heel af en toe de campbelli meelwormen, zonneblomepitjes of kleine stukje noot aanbieden. Dat zijn vetten die ze nodig hebben voor in de “slechtere tijden”. Maar wees heel voorzichtig met extraatjes. Regelmaat in het dieet is het aller belangrijkste.

Zorgmaatregelen:

  • Dagelijks het hoekje waar de hamster plast verschonen.
  • Het nestmateriaal op tijd vervangen als het nat is.
  • Altijd genoeg vers water aanbieden!
  • Regelmatig de hamster wegen en dit noteren.

Er is geen genezing voor diabetes mogelijk. Enkel kan het door de juiste behandeling leefbaar worden gemaakt voor de hamster. Zo’n klein knaagdier kan niet behandeld worden met insuline. In de eerste plaats vanwege de moeilijke dosering en doordat de aderen veel te klein zijn voor een injectie en ten tweede zou je het dier een heleboel angst bezorgen als hij elke dag een spuit in zijn buik moet krijgen. Vandaar dat dit hierboven bij behandelmogelijkheden niet wordt genoemd.

Er bestaan twee soorten diabetes: Diabetes die genetisch bepaald is waardoor de hamster aanleg heeft of slechte voeding. Hoewel je veel hoort over diabetes bij campbelli’s, heeft de wilde campbelli niet vanzelfsprekend aanleg voor diabetes. Echter heeft een slechte voeding ervoor gezorgd dat er nu wel regelmatig diabetes voor komt bij campbelli’s. Omdat er zoveel aantrekkelijke kleuren bij de campbelli voorkomen, is er lang onverantwoord gefokt. De leukste kleurtjes werden behouden en er werd niet getest op diabetes. Dit kan het beste tegengegaan worden door regelmatig te controleren op diabetes en verantwoord te fokken, dus door niet te fokken met campbelli’s die (aanleg voor) diabetes hebben. Daarnaast is het aan te raden om een campbelli zo veel mogelijk naar hun natuurlijke leefomstandigheden te laten leven en daar dus ook met voeding op te letten. Geef ze geen dingen waar veel suiker in zit (zoals Yoghurtdrops) en wat ze in de natuur niet tegen komen.

Juvenile diabetes

Er bestaat een zeer ernstige vorm van diabetes die juvenile diabetes heet. Over deze vorm is nog niet veel bekend en hij komt relatief weinig voor, maar het is hardnekkig en dus moeilijk om uit een lijn te fokken. Campbelli’s kunnen het namelijk ook met zich meedragen zonder verdere gevolgen, waardoor ze het wel weer door geven aan de volgende generatie. Het is dan ook belangrijk dat dieren met deze ziekte uitgesloten worden van de fok om verspreiding te voorkomen.

Bij juvenile diabetes komt de suikerziekte samen met bacteriën die de organen aantasten. Doordat deze campbelli’s suikerziekte hebben, hebben ze een lagere weerstand, waardoor de bacterie “vrij spel” heeft. De bacterie vreet één voor één de organen op waarna binnen korte tijd niets meer zal werken. Anders dan bij de “gewone” diabetes, zullen campbelli’s met juvenile diabetes dan ook niet ouder dan 2 à 3 maanden worden.

Om er iets tegen te doen, is het van belang om te weten om welke bacterie het gaat. Hiervoor zou er een postmortem onderzoek gedaan moeten worden. Eén hamster die positief test en er slecht aan toe is, maar nog niet is overleden, moet dan opgegeven worden, zodat er bloedonderzoek gedaan kan worden. Op een andere manier is er niet achter te komen om welke bacterie het gaat. Als je weet om welke bacterie het gaat, kun je de campbelli antibiotica gaan geven en kan je het leven rekken. Echter kan de bacterie naar verloop van tijd immuun worden voor de antibiotica, waardoor het niet meer zal werken. Genezen is dus niet mogelijk.